Met eventuele spaargelden en financiële buffers wordt geen rekening gehouden als de gezamenlijke waarde minder is dan € 5.200 (in geval van een alleenstaande), € 6.850 (bij een stel) of € 7.550 (gezin met 2 kinderen). Andere vermogensbestanddelen, zoals een auto, caravan of een tweede huis, komen bij de (her)intake ter sprake en kunnen van invloed zijn op het al dan niet toekennen van voedselondersteuning.

Dat verschilt per week op basis van het aantal meegekregen of uitgezochte boodschappen. De voedselbank streeft ernaar wekelijks 25 gezonde producten mee te geven waarvan u zeker drie, vaak vier dagen eten kunt maken (ontbijt, lunch, avondmaaltijd). 

De voedselbanken geven “noodhulp”, de overwaarde wordt buiten beschouwing gelaten bij de financiële beoordeling voor de toekenning van voedselondersteuning.

Ja, deze zijn voor alle voedselbanken aangesloten bij Voedselbanken Nederland hetzelfde. Jaarlijks stellen de circa 177 voedselbanken de toekenningscriteria vast.

Ja zeker, 40 procent van de mensen die we helpen zijn kinderen.
Voedselbanken vinden het onacceptabel dat er in Nederland kinderen zijn die met een lege maag naar school gaan. Het komt overal in Nederland voor: op dorpsscholen, in normale- en achterstandswijken, in de grote steden en op het platteland. Er is veel onderzoek gedaan naar het belang van voldoende en gezonde voeding bij kinderen. Met een lege maag naar school gaan is niet bevorderlijk voor de leerprestatie en groei van een kind. Kinderen die opgroeien in armoede lopen een verhoogd risico om later zelf in een situatie van armoede terecht te komen.

9,5 procent van de kinderen in Nederland leefde in 2023 in armoede. Dat was de verwachting van het Centraal Planbureau (CPB).

Sinds 2015 werkt Voedselbanken Nederland samen met Stichting Jarige Job. Kinderen van cliënten van de voedselbank krijgen op hun verjaardag een doos vol verrassing. Zo kunnen zij – net als ‘iedereen’- trakteren op school en krijgen zij zelf ook nog een cadeau.

In principe duurt de voedselondersteuning drie jaar maar wij laten onze klanten niet in de steek. Als het niet lukt om uit de (financiële) problemen te komen, blijven wij helpen en zoeken wij samen naar oplossingen.

Wij hanteren de vastgestelde normbedragen bij de aanmelding of bij de herintake. Als bij de intake of herintake blijkt dat het huishouden een hoger besteedbaar inkomen overhoudt dan het normbedrag kan er een uitlooptraject starten, waarbij de voedselondersteuning (al dan niet aangepast in frequentie of hoeveelheid) nog maximaal zes maanden wordt verstrekt.
Per 1 januari 2024 hanteren we voor alle huishoudens een uitlooptraject van maximaal zes maanden, uitgaande van een coulancepercentage van 15 procent boven het normbedrag